woensdag 17 juni 2015

16 juni: Many Glacier, Glacier N.P. (VS)

Bij het opentrekken van de gordijnen schijnt de zon uitbundig naar binnen; geen wolkje aan de lucht.

Daarna volgt het dagelijkse ritueel van ontbijten en inkopen doen.

Vandaag staat dus een bezoek aan de V.S. op het programma, maar eerst nog wat foto's maken aan het Prince of Wales hotel. Nu de zon schijnt is het zicht over het meer geweldig.
Aan het hotel ligt trouwens een hert in de schaduw van de Haag te rusten. Het beest is zo tam dat je tot op enkele meters kunt naderen.

Daarna nog even binnen springen bij het Visitor Center met de vraag hoe we het best rijden. Tot onze schrik vertelt men daar de dat 'Going to the Sun Road', de weg waar we dus voor gaan, wegens onderhoud is afgesloten tot 19 juni.

Wat nu gedaan? Onze onderbeenspieren zijn de wandelingen van de voorbij dagen nog aan het verteren en protesteren hevig bij het woord wandelen. Dus een echt goede optie is dat ook niet.

Dan toch maar op goed geluk richten V.S. gereden. Aan de grens vraagt de douanier ons wat het doel van ons bezoek is en hij bevestigt dus de sluiting van de weg. Hij heeft echter een alternatief: de Many Glacier. Niet zo ver en volgens hem zeker zo mooi.
Na deze gezellige babbel begint hij verder te vragen: of we fruit, zaden of wapens bij ons hebben. En of we eerder in de V.S. zijn geweest en wanneer dan wel. Na het vraag- en antwoordspelletje mogen we de auto aan de kant zetten en mee naar binnen gaan.
Hier moeten we een vragenlijst invullen en onze volledige identiteit nog eens opschrijven. Eén van zijn collega's is zo vriendelijk om de papieren van pa & ma al in te vullen, wij mogen het zelf doen. In tegenstelling tot hun collega's op de luchthaven zijn deze mannen erg vriendelijk en behulpzaam, al blijven ze wel correct. Na het achterlaten van $24 mogen we verder rijden.

We zijn nog maar net de grens over, of we zien twee witstaartherten in de berm staan. De beestjes zijn echter erg schichtig en verdwijnen onmiddellijk in het struikgewas. Beducht op wild, rijden we op het gemak verder en na een tijdje zie ik een zwart beest in de berm staan: een zwarte beer? Maar dan begint het wezen met zijn staart te zwaaien en het blijkt dus een koe te zijn... . Hoe een mens zo gefixeerd kan zijn op iets dat hij niet eens meer een koe van een beer kan onderscheiden ;)

Het landschap is intussen weer heuvelachtig, de smalle grens tussen de vlakke prairie en de bergen.

Eens voorbij de ingang van Glacier Park - waar weer weer eens mogen betalen, niettegenstaande ze reclame maken dat het Park gefuseerd is met Waterton Lake Park - wordt het echter snel de machtige bergen op.

Het is ondertussen al weer 13:00 u en dus tijd voor een picknick aan de rand van het Swiftcurrent Lake. Hier vertrekt ook een wandeling die je naar believen kunt uitbreiden. Er liggen drie meren achter elkaar (het Swiftcurrent, het Josephine en het Grinell Lake) en je kunt nóg verder naar de Grinell Gletsjer, maar dat is weer een hoogteverschil van +500 meter. Tussen de meren is telkens een doorsteek zodat je dus kunt inkorten.

Ondanks de hevige spierprotesten wandelen we toch door tot aan het laatste meer. Het pad kent slechts een zeer gering hoogteverschil en loopt op de heenweg langs de boorden van de meren waarvan de kleur, naargelang de lichtinval,  varieert van smaragdgroen tot azuurblauw.  Ook hier weer uitbundig bloeiende bloemen en af en toe lijkt het geheel op een prachtige rotstuin, mooier dan mensenhanden hem kunnen maken.

Na een kort oponthoud aan het Grinell Lake (waar enkele grondeekhoorns druk bezig zijn met het verzekeren van nageslacht) vatten we de terugweg aan langs de andere zijde van de meren. Er is wat meer bewolking komen opzetten en heel even motregent het zelfs. Maar zo snel als de bewolking kwam opzetten, zo snel schijnt ook de zon weer.

Wanneer we terug aan de auto komen hebben we toch weer een kleine 13 km gewandeld. En dat voelen we ook allemaal.

Het is ondertussen 17:30 u en bewegen maakt hongerig, dus besluiten we hier in het Many Glacier Hotel wat te gaan eten. Het is een reusachtig hotel dat dit jaar zijn 100ste verjaardag viert en in Zwitserse stijl is ingericht. Een deel van het mannelijk personeel loopt zelfs rond in lederhose (in het Prince of wales lopen ze rond in een rode kilt).

Na een lekker diner is het tijd om terug naar 'huis' te rijden want de grens gaat om 22u onherroepelijk dicht tot 7u morgenvroeg.

Het enige wild tot aan de grens zijn weer koeien en paarden die langs en over de weg lopen. Zou dat in België het geval zijn, zouden weer 100 voorbijgangers de 101 bellen dat de politie dringend moet komen.

Aan de grens worden we weer gecontroleerd door een vriendelijke - nu Canadese - douanier die ons vraagt waar we geweest zijn en of we beren gezien hebben. Op mijn antwoord dat we enkel herten, koeien en paarden langs en op de weg hebben gezien, begint hij te grinniken en zegt dat ze het 'ginds niet zo nauw nemen met verkeersveiligheid'. Na de standaardvragen mogen we zonder problemen verder rijden.

Hebben we tot nu toe niet veel wild gezien, nu lopen ons bij het naderen van de zonsondergang een vos en - wat later - een coyote voor de wielen. Beiden zijn echter al in het struikgewas verdwenen eer ik mijn fototoestel in aanslag heb.
Nog een eindje verder lopen een paar elks (met baby) aan de linkerkant van de weg. Rechts staat echter nog een exemplaar in de wei, klaar om over te steken maar hij/zij vertrouwt het echter niet en keert voor de veiligheid toch maar terug. De ouders staan op de gevoelige plaat, de kleine niet.

Omdat het duidelijk is dat het wild nu actief is, besluiten we nog richting Cameron Lake te rijden (waar we zondag die beren hebben gezien).
En ja hoor: na een paar kilometer zien we een motorrijder langs de weg staan en plots komt weer een zwarte beer op ons af gewandeld. Niettegenstaande zijn vacht bruin is, betreft het toch een zwarte beer omdat de 'hump' achter zijn nek ontbreekt. Het blijkt dat de vacht van een zwarte beer kan variëren van lichtbruin tot zwart (waar internet toch al goed voor is). De enige bruine beren in Noord-Amerika zijn de ondersoorten 'Kodiak-', 'Grizzly-' en 'Mexicaanse beer'. Maar genoeg onderricht nu ;)

We rijden nog verder tot aan Cameron Lake in de hoop daar een moose aan te treffen, maar zien enkel nog tientallen konijnen over de weg lopen.

Op de terugweg hebben we echter weer prijs: opnieuw een (bruine) zwarte beer. Merkelijk kleiner dan die van op de heenweg. Het beest loop in de berm aan de linkerkant van de weg en we kunnen gewoon stapvoets langs hem rijden (aan de rechterkant natuurlijk). We hebben hem mooi kunnen filmen, maar dat bewijs kan ik pas ten vroegste overmorgen leveren, vooropgesteld dat de internetverbinding in Radium Hot Springs beter is dan nu (hetzelfde voor de foto's, het lukt hier gewoonweg niet).

Het weer was vandaag eersteklas: voormiddag onbewolkt, namiddag wel wat meer bewolking maar afgezien van 26 druppels droog. Op de terugweg waren wel een paar lokale buien geweest, afgaande op het natte wegdek. Ook warmer dan de voorbije dagen: 21°C.
Vandaag iets meer gereden dan de voorbije dagen: 198 km.

Morgen verhuizen we naar Radium Hot Springs (de enige plaats in Canada waarvan de naam uit drie delen bestaat).
















































2 opmerkingen:

  1. Probleempje met foto's is opgelost ;) En de benenwagen zal door veelvuldig gebruik ook wel wat gesmeerder gaan lopen (hopen we).

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Prachtige reis weer zo te zien!! Gelukkig kunnen we een beetje mee genieten met de foto's ;-)

    BeantwoordenVerwijderen