woensdag 24 juni 2015

23 juni: Steward Canyon en Sunshine Meadows

Van het weer voorspellen kennen ze hier blijkbaar net zoveel als thuis: niks zon, maar zwaar bewolkt.

Daarom gooien we de plannen nog maar eens om: ipv naar Lake Louise te rijden (daar willen we nog één en ander zien, maar wordt nog slechter weer voorspeld dan hier) gaan we aan het Minnewanka Lake een korte wandeling naar de Steward Canyon maken. Heen en terug is dat een kleine 3 km, goed als opwarmertje. Op de stijgende weg naar Minnewanka zien we het nationale langlaufteam op korte latten met wieltjes naar boven zwoegen. Dat is nog wat anders dan met de fiets...
Het is 10:20 als we uit de auto stappen en het is hier merkelijk rustiger dan afgelopen zaterdag. De wandeling is gaat langs de oever van het meer tot aan een 'canyon' waar Cascade River in het meer uitmondt. Mooi maar zeker niet spectaculair.

Tegen 11:30 zijn we weer terug aan de auto en rijden we naar Tunnel Mountain waar een wandeling naar de 'Hoodoos' langs de Bow River. Op de parking staan echter een viertal bussen en we hebben geen goesting om in kolonne te gaan wandelen. Dus rijden we verder door Banff Downtown, de Hwy op richting Sunshine skistation. We hebben altijd gedacht dat dit vlakbij Banff ligt, maar het is nog bijna 20 km rijden. Voor de Canadezen is dit natuurlijk vlakbij.

Sunshine is het belangrijkste skigebied voor Banff en tot eind vorige maand stonden ze hier nog op de latten. In de zomer is het een mooi wandelgebied in het hooggebergte, maar je kunt enkel met een oude schoolbus boven geraken (tegen betaling natuurlijk). Wanneer we er de parking op rijden, zien we de bus net vertrekken. Volgende bus: over een uurtje. Dit geeft ons wel de tijd om wat te eten en tickets aan te schaffen. Op het infobord staan de temperaturen aangegeven: 8° in Sunshine Village waar de bus ons naar toe zal brengen. Dan toch maar snel een fleecevest uit de auto genomen.

Om 13:05 vertrekt de bus met 14 passagiers met een slakkengangetje naar boven om een goed kwartier later boven tussen enkele hotels en meer liften te stoppen. Voor we uitstappen krijgen we nog een woordje uitleg van de chauffeur over de wandelingen die we kunnen doen. Er waait een ijskoude wind, het is wisselend bewolkt en wreed fris en we zijn blij dat we de fleece kunnen aantrekken.

We worden er nog maar eens aan herinnerd hoezeer we tijdens de wintersport in Flachau verwend worden met de infrastructuur daar. Hier loopt geen enkele zetellift met windkap op verwarmde zitjes, maar allemaal open 4-persoonsliften. Enkel de hoofdlift van beneden tot aan de Village (waar dus de rest verdeeld wordt door meerdere liften) bestaat uit 8-persoons kabines. Beneden wordt trouwens trots aangekondigd dat de eerste verwarmde stoeltjeslift met windkap volgend seizoen in gebruik wordt genomen.

De omgeving daarentegen is er één om je vingers bij af te likken: wat een uitzichten overal. Hier en daar liggen nog sneeuwresten, en voor de rest beginnen overal de bloemen te bloeien en staan enkele groepjes bomen. Het wandelpad leidt naar drie meertjes: Rock Isle Lake (omdat in het midden er van een eilandje ligt), Larix Lake (omdat hier larken staan) en Grizzly Lake (geen idee waarom, want er werd ons gezegd dat hierboven zelden beren gezien worden).

Een stukje vóór het eerste meertje lopen we over de waterscheidingsgrens: aan de ene kant (waar we vertrokken zijn) loopt het water naar de Atlantische Oceaan, aan de andere kant naar de Stille Oceaan. Dit is eveneens de grens tussen de provincies Alberta en British Columbia.

Er zijn maar heel weinig wandelaars en wanneer we zelf zwijgen horen we niets anders dan de wind tussen de schaarse bomen, de fluitende vogeltjes en de piepende grondeekhoorns waarvan we er wel honderd te zien krijgen. Het is trouwens erg zonnig geworden en de fleece verdwijnen weer in de rugzakken.

Na Rock Isle Lake komt een splitsing; de ene kant leidt rond de andere twee meertjes en de andere leidt naar Standish Viewpoint waar je een schitterend uitzicht over de omliggende bergen zou hebben. We besluiten het laatste te doen, temeer omdat je de meertjes dan van bovenaf te zien krijgt.

Het gaat gestaag (maar niet moeilijk) omhoog tot op 2398 meter hoogte waar we dus een fantastisch uitzicht hebben. Daarna gaat het langs dezelfde weg terug naar de Village waar we om 16:00 aankomen. De wandeling is 7 km lang geweest en we hebben 238 hoogtemeters 'overwonnen'.
Om stipt 16:30 kunnen we weer in de schoolbus stappen. Ging het in het naar boven komen traag, nu kruipen we naar beneden en doen er bijna 25 minuten over.

Ondertussen is het rondom ons ook steeds donkerder geworden en we zijn nog maar net weer vertrokken of het begint te regenen bij 13°. Hoe dichter we bij Canmore komen, hoe meer het opklaart en hoe warmer (20°) het wordt. We nemen de regen echter mee, want eens aangekomen begint het hier ook te druppelen maar dat is maar van zeer lorte dur want even later schijnt de zon alweer. We hebben nog maar eens geluk gehad vandaag en hebben zeker geen reden tot klagen.

Even wat opfrissen en dan de innerlijke mens weer versterken.

Na het eten gaan we nog effe op wildjacht, maar behalve 4 herten die staan te grazen langs de weg, kunnen we niets zien. We hadden gehoopt om enkele mountain goats te kunnen zien aan het waterreservoir omdat Carmelo ze daar gisteren ook had gezien, maar helaas.

Wel nog enkele mooie foto's langs de Bow River gemaakt. Het is ondertussen (22:00) afgekoeld naar 10°

Niettegenstaande we 'in de buurt' zijn gebleven, hebben we toch weer 121 km gereden.




































































Geen opmerkingen:

Een reactie posten